Het Nederlandse deel van de valleien van de Geul en de Jeker, de Sint-Pietersberg, de Noorbeemden en het Hoogbos (Nederland)
Het zuiden van Nederlands-Limburg is een uniek gebied voor Nederland. Door de bijzondere geologie van het gebied en door zijn grote hoogteverschillen komen hier veel verschillende habitattypes voor. Bovendien is de aanwezigheid van kalk in de bodem erg bijzonder voor Nederland.
Vallei van de Geul en de Jeker
In de valleien treft men zowel relatief rijke als arme bodems aan, en vochtige tot zeer vochtige gebieden met een verscheidenheid aan dotterbloemgraslanden en vochtige alluviale bossen.
Op de hellingen vind je eiken-beukenbossen, waar in de lente bosanemoon, eenbes, holwortel en muskuskruid bloeien. Op de plateaus hebben zich eeuwenoude beukenverbonden ontwikkeld, onder andere het veldbies-beukenbos.
De grachten en holle wegen zijn vindplaatsen van een zeldzame flora (orchideeën, eenbes) en fauna (hazelmuis, relmuis, eikelmuis, das, Spaanse vlag, vliegend hert...).
De bovenste delen van de hellingen zijn droog en schraal met soms dagzomende kalklagen.
Op de hoogst gelegen stukken komt kalk vrij zelden voor. De weilanden en bossen die hier samenkomen zorgen voor orchideeënrijke hellingbossen, eerder zure magere weilanden en pioniersoorten uit rotsachtige biotopen.
In het Geuldal, vlakbij de Belgische grens, liggen een aantal heel bijzondere weilanden... Er komt een zogenaamde zinkvegetatie voor, met soorten zoals zinkviooltje en zinkboerenkers. Het gaat hier om zinkhoudend grasland waarvan de oorsprong hoofdzakelijk teruggaat tot een bodemvervuiling uit het verleden, toen Belgische bedrijven zink ontgonnen in de streek.
Sint Pietersberg
De Sint Pietersberg is in Nederland voor heel wat zeldzame en bedreigde soorten een uniek gebied. Sinds 1993 zijn er meer dan 80 plantensoorten gevonden die zeldzaam zijn of waarvan het exemplaren sterk daalt. Het gebied bestaat uit kalkrijke graslanden en matig zure magere weilanden. Je vindt er onder andere kleine pimpernel, hondsviooltje en grasklokje.
Op plaatsen waar de kalkrots dagzoomt heeft zich een vegetatie genesteld die typisch is voor rotsachtige milieus.
Ook qua fauna is de Sint-Pietersberg opmerkelijk. Het is één van de rijkste gebieden in Nederland als het om dagvlinders (sleedoornpage, veldparelmoervlinder, boswitje) en warmteminnende soorten gaat: bijen, wespen, reptielen.
Op de beboste stukken leven tal van soorten broedvogels, waaronder de Europese oehoe, die elk jaar zijn nest maakt in de groeve bij de ENCI-fabriek. Ten slotte is het netwerk van onderaardse gangen een belangrijke winterslaapplaats voor heel wat vleermuissoorten.
Betrokken Natura 2000-gebieden:
- NL9801041 : Geuldal
- NL9801025 : Sint-Pietersberg & Jekerdal
- NL2003033 : Noorbeemden & Hoogbos