• 465 ha hersteld kalkgrasland en schraal grasland, waarvan 242 in Wallonië, 109 in Vlaanderen en 114 in Nederland
• 41 ha hersteld droog grasland langs het Albertkanaal
• 18 ha hersteld zinkgrasland
• 29 ha eiken-haagbeukenbos hersteld door dunning van bossen en hakhoutbeheer
• 50 km omheining verstevigd of aangebracht voor begrazing in Wallonië
• Aanplant van 52 km heggen, 1.261 jeneverbesstruiken, 1.470 hoogstamfruitbomen en 229430 wilde appel- en perenbomen
• 55 vijvers aangelegd
• 24 broedplaatsen voor vleermuizen gecreëerd of verbeterd
60 infoborden
Meer dan 100 geleide wandelingen in de verschillende gebieden
Samengevat
Het LIFE-project Pays mosan is een ambitieus herstelprogramma voor natuurlijke en half-natuurlijke milieus in het bekken van de Maas en haar zijrivieren tussen Andenne en Maastricht.
Het project richt zich op zes habitattypes:
- de zogenaamde 'agropastorale' habitattypes: kalkgraslanden, die vaak samen met rotsachtige graslanden voorkomen, en hun overgangsvormen naar schrale hooilanden of heischrale graslanden;
- habitattypes die gevormd zijn door mijnbouw of industrie: graslanden op zinkhoudende bodem.
- boshabitat: eiken-beukenbossen
Die soortenrijke habitattypes gaan sterk achteruit bij ons en zijn bedreigd omdat ze niet met elkaar verbonden zijn.
Dit LIFE-project richt zich ook op de bescherming van de vleermuizen van onze contreien. Het gaat specifiek om vier soorten: de kleine hoefijzerneus (Rhinolophus hipposideros), de grote hoefijzerneus (Rhinolophus ferrumequinum), de vale vleermuis (Myotis myotis) en de ingekorven vleermuis (Myotis emarginatus). Die soorten brengen de winter door in de talrijke ondergrondse holtes die zich binnen het gebied van het project bevinden. Zij zijn erg gevoelig aan het verdwijnen van kleine bosjes. Die landschapselementen zijn van groot belang voor vleermuizen, wanneer die zich verplaatsen tussen hun verblijfplaats en hun jachtterrein.
Sinds 2014 en tot 2022 werken de partners van het project aan de bescherming en de verbetering van de habitattypes. Ze waken over een efficiënt beheer van de herstelde milieus en voeren werken uit om het ecologische netwerk te herstellen ten gunste van de vleermuis (uitgraven van poelen, aanplanting van boomgaarden en hagen).
De hoofddoelstellingen van die acties zijn:
- de staat van instandhouding van de 5 gekozen habittypes verbeteren;
- de ecologische verbondenheid van de open milieus binnen het Natura 2000-netwerk verbeteren;
- de efficiëntie van de herstel- en beheerswerken verhogen;
- de staat van instandhouding van de 4 bedreigde vleermuissoorten verbeteren;
- de uitwisseling van expertise tussen wetenschappelijke partners, NGO's en de overheid in België en Nederland stimuleren.
Op socio-economisch vlak levert dit project volgende bijdragen:
- lokale tewerkstelling ontwikkelen (rechtstreeks en onrechtstreeks);
- het aanvaarding/zich eigen maken van de Natura 2000-doelstellingen door de lokale bevolking;
- opwaardering van de ecosystemische functies van de Natura 2000-gebieden die in het project zitten, vooral als het gaat over landschapskwaliteit en algemeen welzijn.