Jachtterreinen geraken in verval
De kwalitatieve en kwantitatieve verandering van de jachtterreinen is op dit moment de grootste bedreiging voor vleermuizen.
Het ecologisch netwerk verslechtert doordat hagen verwijderd worden, bomenrijen verdwijnen (die je vaak langs wegen, routes, grachten, landbouwpercelen, rivieren en beken aantreft), hakhoutbossen verdwijnen, het platteland verstedelijkt. Bovendien verandert de manier om aan landbouw te doen (omvorming van weilanden tot akkers, vergroting van landbouwpercelen...), net zoals ook de bosbouw verandert (aanplant van naaldbossen ten koste van inheemse loofbossen, kap van dode bomen...). Zo komen de jachtgebieden die vleermuizen nodig hebben om te overleven ernstig in het gedrang. Bij gebrek aan gunstige jachtgebieden kunnen ze niet meer voldoende insecten vangen om zich te voeden.
Vooral de kleine hoefijzerneus wordt daardoor ernstig bedreigd. Hij leeft uitsluitend in bos- en struikachtige gebieden.