Magere hooilanden
Magere hooilanden zijn bloemrijke weilanden waarin je talrijke soorten bloemen terugvindt zoals margriet, centaurie, fluitenkruid en gele morgenster. Die bloemen concurreren met grote grassen zoals glanshaver (Arrhenatherum elatius), dat kenmerkend is voor deze plantengemeenschap. Vandaar de naam van dat verbond, Arrhenatherion.
Deze plantengemeenschap gedijt op vrij voedselarme bodems die weinig gemaaid worden (maximum tweemaal per jaar). Terwijl dit soort weilanden vroeger veel voorkwam in de streek Fagne-Famenne worden ze nu steeds zeldzamer. Door intensieve bemesting verdwijnen de soorten die arme bodems verkiezen. Vroegtijdig maaien zorgt er dan weer voor dat traag groeiende soorten niet in zaad komen. Gevolg is dat het weiland steeds monotoner wordt en er alleen nog een paar competitieve grassoorten blijven staan. Die algemene verarming van de verscheidenheid aan bloemen in de weilanden leidt onvermijdelijk tot een terugval van het aantal en het aantal soorten insecten, waardoor ook de soorten die zich daarmee voeden zeldzamer worden.